10 januari betekend dit jaar het eerste deel van een reeks van 4 Wooldereslopen in Hengelo.
Met het kopen van de kalender en het invullen van de verjaardagen, heb ik de 4 zondagen van de Woolderesloop met grote uitroeptekens opgevuld.
De hele week ben je met zo'n wedstrijd bezig in je hoofd, je houdt rekening met hoe je traint (begin van de week zware training, rest van de week rustig aan) je houdt rekening met wat je eet. (veel koolhydraten, wat minder vetten) en je houdt rekening met het weer (elke dag weerberichten checken).
En nou heb je op die eerste twee zelf invloed, op die laatste niet in het minst.
Zaterdag was het koud, zaterdag sneeuwde het en zaterdag waaide het.. alle ingrediënten die je liever niet ziet op een wedstrijd dag.
Vrijdag sloeg de twijfel toe; wel of niet starten. Zaterdag werd die twijfel sterker.
Echter Manno had zich ingeschreven voor de 5km en was vastbesloten om mee te doen. Tsja, wie ben ik dan om te piepen over die paar sneeuwvlokjes?
Zondag om 10.30u stapten we dus bibberend uit de auto. Er waren al aardig was hardloperds zich letterlijk warm aan het lopen.
Glibberend wandelden we naar het schooltje waar de startnummers werden uitgedeelt. Manno had zijn nummer al snel te pakken, ik moest even wachten, blijkbaar was de animo voor de 10km groter dan voor de 5km.
Vol goede moed rits ik mijn jasje open en speld het nummer op mijn buik. De Winterloop in Borne was -8 en die liep ik in mijn shirt. Dus dat moest nu toch ook wel lukken.
Snel nog even plassen en wat bekenden dag zeggen en dan wordt het tijd om met de meute mee naar buiten te stromen.
Het is ondertussen gaan sneeuwen, maar heel koud is het niet.
In auto zagen we het kwik schommelen rond de -1.
De wind is wel vervelend en ik vind het nog te koud om mijn warme jasje al uit te trekken.
Rustig inlopend rennen we naar de startplaats. In mijn hoofd ben ik bezig waar ik mijn jasje zal laten en niet genoeg met van waaruit ik wil starten en hoe ik mijn race wil indelen.
Al piekerend sluit ik achteraan aan in de startvakken en besluit mijn jasje aan te houden. Nat worden tijdens het rennen, of de wind dwars door je shirt heen voelen is echt niet fijn.
Snel haal ik het startnummer van onder mijn jasje los en speld het op mijn jasje. De omroeper roept dat het nog 3minuten voor start is.
Ik trek mijn handschoenen weer aan en wurm mijzelf iets naar voren zodat ik niet helemaal achteraan start. Lekker warm tussen de andere mensen wil ik de rits van mijn jasje goed doen.
Shit, de rits zit vast! Ik trek mijn handschoenen weer uit en probeer de stof tussen de rits uit te plukken, maar deze zit muurvast. Nog 1minuut schalt het over de lopers.. Ik kijk langs mijn rits naar beneden en zie dat ter hoogte van het startnummer de rits los is geraakt.. hè? Dat doet 'ie anders nooit! Van boven niet open willen, van onder niet dicht willen. Is dit een jassenopstand of zo?
Het zweet breekt me een beetje uit, wat nu?
Ik besluit m'n handschoenen aan te trekken en mijn jas te vergeten, dan maar met een stukke jas rennen! Op het moment dat ik de laatste vinger in de handschoen gestoken heb klinkt ver voor me het startschot.. huh? De menigte blijft staan, de menigte blijft nog steeds staan.. dan pas, heel langzaam begint het voor me wat te schuivelen.. nee hè, sta ik toch nog ergens achteraan?
Als ik de startstreep passeer zie ik op de klok dat er al een halve minuut is verstreken. En aangezien de nettotijd hier hetzelfde is als de brutotijd (=daadwerkelijk over de start-finishlijn komen of vanaf het startschot tot passeren finishlijn), gaat het wel heel lastig worden om een goede tijd neer te zetten!
Het tempo is laag, de weg smal. Ik vreet me op, want passeren door de besneeuwde berm is alleen te doen als je spikes of geen angst voor gebroken enkels hebt.
Ik adem een keer diep in en uit en voel de spanning uit mijn lichaam verdwijnen. Ik hobbel rustig mee met de meute, kruip afentoe achter een brede man die blijkbaar toch wat inhaal-gaatjes weet te vinden en leg me neer bij een beroerde eindtijd.
Er staan wat bekenden langs het parcours en ik zwaai uitgebreid. Voor me zie ik Bert rennen en ik pers me tussen wat lopers naar hem toe. Ik klop hem op de schouder en vraag of hij alleen loopt. Ja, is zijn antwoord, hij wil alleen maar deelnemen. Ik knik en spreek mijn berusting uit dat er niet ingehaald kan worden en er dus niet voor een goede tijd gelopen kan worden. Juist op dat moment valt het peleton een beetje uit elkaar en er ontstaat ruimte.
Ik pak mijn kans en zet aan, afscheidnemend van Bert. De weg is sneeuwvrij en prima te belopen.
Ik ren van groepje naar groepje, steeds even schuilend voor de wind en sneeuw achter brede ruggen van andere hardlopers.
Een hele tijd loop ik met twee mannen op tot we een tunneltje onder de snelweg in duiken.
Mijn lange benen maken dat ik makkelijk en snel kan dalen en ik neem afscheid van de puffende mannen. Boven gekomen staat er een man in fluoriserend geel. Hij waarschuwd voor de gladde bocht en meld dat we net voorbij het 5km punt zijn. De tijd 26min en een beetje.
Shit shit shit.. een minuut boven mijn losgelaten schema: Te weinig om er niks meer aan te willen doen, te veel om in hetzelfde tempo door te gaan.
Op het moment dat ik besluit dat ik toch wil proberen onder de 50minuten te lopen, rennen we met z'n allen een besneeuwd pad op. Het is glad en zwaar, het tempo zakt dan ook direct.
Wederom shit! Wat moet ik nou? Ik besluit niet op mijn horloge te kijken en maar gewoon zo hard mogelijk te lopen, zonder te vallen. We gaan de bocht om en een lang besneeuwd bospad strekt zich voor me uit. Nou ja, dat was het dan. Heel even was er nog de hoop een redelijke tijd te lopen, maar dit ziende is daar niks meer van over.
Ik loop door, passeer wat mensen die er nog meer moeite mee hebben dan ik en vraag me af hoe ver het nog is. Op dat moment staat er een mannetje te wijzen dat de 15km lopers linksaf moeten en de 10 rechtdoor. Hé! Dat biedt perspectief! Een eindje voor me lopen een man en vrouw en ik ren naar ze toe, voor een beetje beschutting.
Gedrieën lopen we het viaduct op waar de wind vrij spel heeft. Ik ben erg blij met mijn winddichte jasje.. al sluit deze niet helemaal.
Dalend sla ik een gat en ik ga op weg naar een volgend groepje. De weg is hier sneeuwvrij en het lopen gaat eigenlijk best lekker.
Ik sla de bocht om en herken de weg. hier liep ik een half uurtje geleden ook, maar de andere kant op. Dat betekend dus niet zo ver meer!
Een eind voor me loopt een roze jasje, dat moet een vrouw zijn en ik wil aanzetten om die nog te kunnen inhalen. Ik heb namelijk het idee dat ik niet meer achteraan loop, maar ergens voor in het midden. Elke ingehaald vrouw betekend een plekje hoger op de eindlijst.
Er komen me renners tegemoet, lopers die al gefinished zijn en nu uitlopen. Het is nu dus echt niet ver meer.
De roze dame is de bocht om en uit het zicht. Ik wil aanzetten en sla ook de bocht om; de finish.. De laatste meters ren ik voor wat ik waard ben, maar de klok tikt onverminderd door. Ik zie de 50minuten passeren en ren hijgend de finish lijn over.
Gelukkig heb ik mijn eigen netto tijd bij me en zie dat ik 49:41 heb gelopen. Dus toch binnen de 50. Niet best, maar ook niet zo slecht als ik in het begin gedacht had.
Volgende zondag is over 3 weken. Dan zal ik aan de 45minuten moeten geloven..
Oja, en me jasje? Zonder problemen ging de jas open om een extra trui aan te trekken, moeiteloos ging de rits dicht op het moment dat ik het koud kreeg..